Geschiedenis

In 1871 besloot Mgr. Zwijsen een nieuwe parochie in de Heikant te stichten als afsplitsing van de moederparochie ’t Goirke. Sinds 1797 was het noordelijke stadsdeel van Tilburg aangewezen geweest op de kerk van ’t Goirke. Het bestuur van die parochie wilde zijn dochterkerk toewijden aan de H. Dionysius, maar de Heikanters kozen met instemming van de bisschop van ‘s-Hertogenbosch voor Maria, onder de titel: Onbevlekt Ontvangen.

De grond voor het bouwen van de kerk werd geschonken door de familie Somers die een boerderij bezat aan De Schans. In tegenstelling tot de meeste kerken op het platteland is de kerk van de Heikant niet gericht op het oosten omdat men de toegangsdeur aan De Schans wilde situeren.

De kerk is ontworpen door de Tilburgse architect J.C. van de Heuvel en gebouwd door een Udenhoutse aannemer. Op 1 april 1872 werd begonnen met de fundering en 7 mei werd de eerste steen gelegd. De kerk kwam gereed op 1 augustus 1873 en de inwijding had plaats op 8 september van datzelfde jaar door de deken van Tilburg, Wilhelmus van de Ven. Pas zes jaar later, op 23 juni 1879, werd de kerk door Mgr. Godschalk geconsacreerd.

De Mariakerk is gebouwd in de neogotische stijl. Ze bestaat uit een hoog middengedeelte met aan beide zijden twee lage delen en wordt daarom een driebeukige basicale kruiskerk genoemd.

Bij de kerk werd een pastorie gebouwd door Hendrik Jacobus van Tulder. Daarnaast werd in 1902 een liefdesgesticht begonnen door de Zusters van Liefde. Aanvankelijk was dit in een woonhuis gevestigd, maar in 1907 werd een kloostercomplex gebouwd, ontworpen door architect C.F. van Hoof. Dit kloostercomplex werd van 1977-78 verbouwd tot wijkcentrum en is vanaf 2013 een woonvoorziening voor mensen met een niet-aangeboren hersenletsel.

Wat aan de buitenzijde opvalt, is het ontbreken van een echte kerktoren. Wel heeft de kerk een vieringtoren die op de kruising van het middendeel en de zijbeuken staat. In het torentje hangt de luidklok, afkomstig van de in 1995 gesloopte Bossche kerk van de H. Geest.

De Mariakerk is opgetrokken uit rode handvormsteen. Op plaatsen waar druk van de daken door muren moet worden opgevangen, is natuursteen gebruikt. De vensters zijn van kalkzandsteen. In 2012-13 zijn de glas-in-lood ramen gerestaureerd en voorzien van nieuwe voorzetbeglazing.

De hoofdingang is uitgebouwd zodat men niet onmiddellijk de kerk binnenkomt maar eerst een voorportaal betreedt. In 1954-55 is de ingang bij restauratiewerkzaamheden onder leiding van architect Lambricx enigszins gewijzigd. Er is een nieuwe opgang gekomen via een wenteltrap in een klein torentje dat deel uitmaakt van de hoofdingang. Hierlangs kunnen de organist en het koor naar boven. Van binnen is de kerk 40 meter lang en 16,5 meter breed. Bij de bouw van de kerk is uitgegaan van 400 zitplaatsen.

Oorspronkelijk was de binnenzijde van de kerk helemaal gepolychromeerd en in allerlei kleuren en motieven geschilderd. In 1968 is de kerk beschilderd in diverse tinten grijs. Ruim 20 jaar later zijn meerdere frissere tinten gebruikt en in 2015 is er een rode accentkleur toegevoegd.

De kerk en de pastorie zijn in 1986 op de gemeentelijk monumentenlijst geplaatst en maken deel uit van het beschermde stadsgezicht ‘Oude Heikant’. Beiden zijn in 2000 tevens officieel op de rijksmonumentenlijst geplaatst.